Inteelt/lijnteelt en het teveel inzetten van dezelfde reuen is schadelijk voor het ras
Uiteraard gaan we er vanuit dat een fokker fokt met gezonde honden en zeker geen honden inzet met erfelijke afwijkingen die een nadelig effect hebben op het welzijn van de hond en zijn nakomelingen.
Fokt men wel met honden die afwijkingen doorgeven die te voorzien waren, dan is dat volgens de wet strafbaar. De meeste erfelijke afwijkingen zijn recessief
en/of polygeen en komen niet tot uiting. Maar een hond kan wel drager zijn van een erfelijke afwijking. Zowel bij mensen als honden zijn er zo’n 700 erfelijke
ziekten vastgesteld. Helaas kunnen we slechts een deel daarvan m.b.v. DNA-onderzoek testen. Volgens de literatuur is iedere hond inprincipe drager van zeker 5 (schadelijke) erfelijke afwijkingen. Hij/zij kan deze afwijking doorgeven aan zijn nakomelingen. Als een hond teveel wordt ingezet binnen een ras dan kan een recessief verervende afwijking zich ongemerkt in het ras verspreiden.
Met de huidige inzet van sommige dekreuen (die meer dan de helft van het totaal aantal nesten in 1 jaar geven!!), zou dus de helft van onze Sheltie populatie drager kunnen worden van een afwijking waar we nu nog niet op kunnen testen. Op een zeker moment is er geen Sheltie meer in Nederland waar deze veel gebruikte dekreuen niet in de stamboom voorkomen. Inteelt/lijnteelt zorgt ervoor dat erfelijke afwijkingen die tot dan toe verborgen waren, door het verdubbelen van voorouders tot uiting kunnen komen in de nakomelingen. Fokkers die willens en wetens reuen gebruiken die teveel worden ingezet of intelen, dragen op de lange termijn bij aan het ten gronde richten van het ras. We willen voorkomen dat we in een situatie komen waarin er voor een pupkoper geen gezonde Sheltie meer te koop is.
Een zogenaamd liefhebber nestje
Ach, denkt u, ik ben maar een particulier wat maakt dat ene nestje dat ik fok nu uit. Ik ga voor gemak en gebruik toch die bekende dekreu. Helaas, het maakt heel veel uit! Binnen onze vereniging zijn geen beroepsmatige fokkers. Slechts een paar fokkers fokken 2 à 3 nesten per jaar en hebben inmiddels meerdere
generaties gefokt. Deze fokkers nemen vaak de moeite om naar het buitenland te gaan voor een reu uit niet verwante lijnen,of importeren een reu uit het
buitenland. Meer dan de helft van ons ras wordt juist gefokt door particulieren die in hun leven een à twee nesten met een teef fokken. Dus ook mensen die zich tot de ‘particulieren’ rekenen leveren een grote bijdrage aan ons ras en zouden kritischer moeten zijn met betrekking tot de reuen die ze gebruiken. Ze zouden de moeite moeten nemen eens verder te zoeken naar een reu. Daarom heeft de vereniging het u makkelijk gemaakt en een lijst gemaakt met dekreuen en het aantal nesten dat zij hebben gegeven. Deze gegevens zijn ook bij de Raad van Beheer te bekijken op www.dutchdogdata.nl. Op de dekreuenlijst staan in het rood de reuen die meer dan 20 keer hebben gedekt en in principe niet meer ingezet zouden moeten worden voor de fok. Daaronder staat duidelijk aangegeven hoe vaak een reu een nest heeft gegeven in Nederland. Uiteraard is het aantal nesten dat een reu heeft gegeven niet het enige selectiecriterium. Gezondheid, karakter en uiterlijk zijn ook van belang. Maar het zou ons ras ten goede komen als u reuen gebruikt die nog niet zo vaak zijn ingezet voor de fok, klik hier voor de REUENLIJST
Kortom, fokkers van Shelties in Nederland neem uw verantwoordelijkheid en lever een positieve bijdrage aan het ras. Wees creatief en gebruik niet aldoor
dezelfde dekreuen, maar zoek een reu die weinig is gebruikt of ga naar het buitenland voor een reu die weinig verwantschap heeft met de lijnen die we al in
Nederland hebben. Op deze wijze levert u een positieve bijdrage aan het ras en kunnen we hopelijk nog vele generaties van ons mooie ras genieten.
Marion ten Cate