UK NL 

HD uitslagen

 

Bij het röntgenologisch onderzoek worden de zichtbare details van het gewricht (dat zijn dus alleen de benige onderdelen en hun onderlingen verhoudingen) op de foto afgebeeld en dus beoordeeld. De bevindingen worden gerangschikt in bepaalde klasses, van "normaal" (HD A) tot "HD optima forma" (HD E).  Dit laatste wil zeggen dat de veranderingen die typisch zijn voor de HD, alle in zeer ruime mate zichtbaar zijn op de foto.

 

De verschillende uitslagen zijn:

  • HD A  vrij van heupdysplasie (werd voorheen aangeduid als HD -) 

  • HD B is een overgangsvorm, de hond is wel bruikbaar voor de fokkerij (voorheen HD Tc) 

  • HD C is licht positief, wat betekent dat er aantoonbare verschijnselen van HD te zien zijn. Met deze honden mag worden gefokt, mits gepaard aan een HD A (voorheen aangeduid als HD +/-) 

  • HD D positief, wat betekend dat er duidelijke verschijnselen zijn van HD. Met deze honden behoort niet gefokt te worden. (voorheen HD +) 

  • HD E HD in optima forma, wat betekent dat de hond in zeer ernstige mate lijdt aan HD.  Met deze honden behoort niet gefokt te worden. (voorheen HD ++)

Behalve deze beoordeling wordt ook de zogenaamde Norbergwaarde van het gewricht opgegeven. Informatie over de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de koppen in de kommen wordt onder andere verkregen uit de zogenaamde "Norbergwaarde".

 

 

                                            

 

De Norbergwaarde

Van beide heupkoppen (1) wordt het middelpunt bepaald en deze middelpunten worden verbonden door een lijn. In beide heupgewrichten wordt vanuit dit middelpunt een lijn langs de voorste rand van de heupkom (2) getrokken. De hoek (3) die beide lijnen in het middelpunt van de heupkop met elkaar maken, minus 90, geeft de Norbergwaarde van het betreffende heupgewricht. De Norbergwaarden van linker en rechter gewricht bij elkaar opgeteld geeft de "som Norbergwaarden", die op het rapport vermeld is.

 

Bij een normaal heupgewricht is de Norbergwaarde minstens 15, de som van beide heupen is derhalve minstens 30. Honden met een te lage Norbergwaarde hebben dus ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen. Deze honden kunnen een minder gunstige HD beoordeling krijgen. Een normale of zelfs een hoge Norbergwaarde betekent echter niet zonder meer dat de hond goede heupgewrichten heeft. Een combinatie van diepe heupkommen en incongruentie van de gewrichtsspleet (een niet overal brede gewrichtsspleet) of onvoldoende aansluiting van de gewrichtsdelen kan, zelfs bij een hoge Norbergwaarde, leiden tot een (licht) HD positieve beoordeling.

 

Naast de schaal voor de Norbergwaarde is er dan ook nog een waarderingsschaal voor de mate van botverandering aan het heupgewricht bij de hond. Naast de Norbergwaarde, de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de gewrichtsdelen is ook botverandering een factor die de uitslag kan beïnvloeden. Daarbij betekent 0 dat er geen botveranderingen zijn, 1 zeer lichte botveranderingen aangetroffen werden (leidt tot een beoordeling HD B), 2 staat voor lichte botveranderingen (leidt tot HD C) en 3 duidelijke botveranderingen (HD D).

 

In ons verenigingsfokreglement is geen verplichting opgenomen om ouderdieren te laten onderzoeken op HD, maar wij adviseren dit onderzoek wel. Ongeveer 90% van de reuen en 25% van de teven wordt onderzocht. Het onderzoek kan worden verricht bij veel (gespecialiseerde) dierenklinieken. Neemt u daarvoor de stamboom en het eigendomscertificaat van uw sheltie mee naar de kliniek

 

Uitslagen

Onderstaand vind u het Excel bestand waarin alle bij ons bekende HD-uitslagen verwerkt zijn tot het jaar 2013. Sinds 2014 publiceren wij uitsluitend de gezondheidsuitslagen die door ons ontvangen zijn via de Raad van Beheer. Deze uitslagen vindt u op de pagina Gezondheid-Oogonderzoek-Uitslagen.

 

klik hier voor alle HD uitslagen